Leeftijd: 70 jaar
Speelt al 55 jaar
Beroep: Pensionado
Competitieklasse: Hoofdklasse
– Wat is het meest vervelende dat je hebt meegemaakt tijdens de coronacrisis?
,,Voor mij persoonlijk waren dat naast mijn voetbeentjesbreuk in maart, een zweepslag in mei en hielspoor in januari, vooral de sluiting van onze zaal, de musea en restaurants. Maar ik heb toch steeds gekeken naar wat ik nog wel kon, wat nog wel mocht en ik heb deze periode helemaal niet als een verloren of vervelende tijd ervaren.”
– Je tafeltennist al heel lang, maar bent ook lid van een tennisvereniging en je hebt de hele winterperiode getennist. Hoe is je dat bevallen?
,,Tennis was, toen ik ermee begon rond mijn 40e vooral om ‘erbij’ te doen en lange tijd alleen in de zomermaanden. De laatste jaren ben ik lid van een club die banen heeft die het hele jaar bespeelbaar zijn en daar heb ik tijdens de crisis dankbaar gebruik van gemaakt. Ik beweeg nu eenmaal graag. Zeker nadat ik mijn marathon had gelopen, in december vorig jaar, heb ik enorm vaak getennist en met heel veel plezier. Tennis is voor mij heel goed met tafeltennis te combineren en soms deed ik in het verleden beiden op één dag. Echter, zodra tafeltennis weer mag zoals vóór de crisis schakel ik gauw weer over naar ’tennis om erbij te doen’, dus voornamelijk op de woensdagochtend tossen met de oudjes.”
– Wat doe je verder om je conditie op peil te houden?
,,Van alles, maar vooral toch weer hardlopen (zie Strava)! Autopetten vind ik daarnaast geweldig om te doen. Ik maak daarmee tochten tot zo’n 50 km door het Gooi. Je kunt door te steppen echt goed je spieren, maar ook je hart en longen trainen zonder de impact die hardlopen heeft voor pezen en gewrichten. Fietsen doe ik ook graag, maar dan wel alsof ik aan een e-bike toe ben, heel ontspannen, langzaam en overal rondkijkend met een verrekijker om mijn nek om een verdwaalde ree, vos en vogels te spotten.’’
– Je trekt er ook vaak met je camera op uit om vogels te spotten en te portretteren. Hoe is dat zo ontstaan? En wat zijn de meest bijzondere soorten die je hebt kunnen vastleggen?
,,Mijn liefde voor de natuur ontstond al als tiener. Niet zo gek dat ik na mijn VWO daarom koos om biologie te gaan studeren. Hoewel ik veel in de natuur was en ben, wil ik me geen echte vogelaar noemen. Ik ga ook niet uren achter een camouflagenet (heb ik ook niet) zitten of in een kijkhut. Heel wat vogelaars gingen direct naar de kop van Noord-Holland toen daar ooit in een tuin een roodkeelnachtegaal werd gesignaleerd, een zeer zeldzame dwaalgast die van nature alleen in Azië voorkomt. Zo fanatiek ben ik dus niet. Maar de liefhebberij groeit wel. Toen ik vorig jaar zes weken in een scootmobiel moest bivakkeren ging ik vrijwel elke dag op pad in het Gooi en leerde snel bij. Ik heb al veel mooie soorten mogen zien of horen. Recentelijk waren de ‘Big Three’ (term van Eus) rond Winterswijk wel erg bijzonder: de oehoe, flamingo en de kraanvogel (de laatste alleen gehoord). En eigenlijk waren het toch de ‘Big Five’ want uit de foto’s bleek dat we ook de middelste bonte specht en de geelgors hadden gezien, dus je hoeft niet naar Afrika voor de ‘Big Five’.”
-In december 2020 heb je op je 70ste de marathon gelopen op een asfaltparcours rond de Maarsseveense Plas. Hoe kijk je daar achteraf op terug?
,,Als kind wilde ik al vóór mijn 50ste een marathon lopen. Dat is net gelukt in het jaar 2000. Maar mijn meest geliefde afstand is toch de 5 km. Lekker scheuren. En als je op die afstand in het begin te hard gaat kun je, door gas terug te nemen, nog enigszins herstellen. Bij mijn december-marathon vertrok ik ook te hard en moest dat na 30 km bezuren en ik was eigenlijk ook niet genoeg getraind. Pas vanaf oktober ging ik echt kilometers maken. Die tien weken voorbereiding was voor mij te weinig. Ik kan dus wel zeggen dat 42,2 km voor mij een vreselijke afstand is, maar het gaf steeds veel voldoening om hem te lopen en ik heb hem nu toch net binnen de gehoopte 5 uur gedaan, mede dankzij support, in de moeilijkste ronden, van Eus, Jaap Langerak en mijn vriendin Sylvie! Op mijn 80ste en 90ste moet ik het toch beter aanpakken door me gedegener voor te bereiden!’’
-Je zit ook veel op sportsite Strava en volgt daar andere atleten. Wie zijn je favorieten en wie acht je kansrijk voor een medaille tijdens de Olympische Spelen?
,,Mede-Hilversumse Susan Krumins is zonder twijfel mijn topper op Strava. Door haar uitstraling, haar mentaliteit en natuurlijk haar resultaten. Ze post lang niet al haar trainingen op Strava maar als ze wat plaatst, zet ze er foto’s bij en soms een verhaaltje. Op Instagram plaatst ze ook wel filmpjes en het is geweldig om te zien hoe ze over dezelfde paden snelt als waar ik over loop, soms wel met 20 km/h. Maar ook is het fijn om op Strava te zien dat clubgenoot Hans den Blanken de training zojuist weer hervat heeft na vele maanden blessureleed. En de vorderingen van Tali Cohen volg ik ook. Als ze maar zin heeft om te blijven lopen, kan ze snel vooruitgaan. Grootste favoriete voor een hardloopmedaille in Tokyo is voor mij Sifan Hassan die op de WK 2x goud won.’’
-Je vriendin woont in Frankrijk. Heb je ooit overwogen om bij haar te gaan wonen?
,,Als ik nu 20 zou zijn geweest dan had ik er allang gewoond. Nu echter heb ik te veel om achter te laten. Mijn dochter, familie, vrienden en zeker ook TTV Hilversum en alles wat daarbij hoort. De tafeltennisclub in Bergerac waar ik lid was, competitie speelde en nog steeds gastvrij wordt ontvangen, heeft toffe leden, maar is toch niet te vergelijken met Hilversum. Je moet bijv. altijd afspreken om te kunnen trainen, na het spelen gaat iedereen meestal direct naar huis om te eten want trainingen beginnen om 17:00 uur, de zaal is oud, bedompt, heet en te klein en er is geen bar. Na een competitiewedstrijd serveert men wel chips en lauw bier. Ze zullen hun ogen niet geloven als ze eens bij ons zouden kunnen kijken. Wat mijn mogelijke emigratie betreft: ik houd het op een LAT-relatie.’’
– Nu er weer binnen getafeltennist kan worden, haal je dan direct je batje weer tevoorschijn of kijk je voorlopig de kat uit de boom?
,,Onlangs moest ik in de buurt van onze zaal zijn en ik besloot voor het eerst om eens een kijkje te nemen in de tent waar de tafels staan. Ik heb met alle aanwezigen even gespeeld, de vrouwen van de woensdagochtendclub en met Rens de Haas, en voelde eindelijk weer hoe heerlijk het is om die vertrouwde bewegingen weer te kunnen maken, bewegingen die diep in mijn motoriek zijn geëtst na 55 jaar spelen.” (inmiddels heeft Bob vorige week alweer binnen getafeltennist, red.)
– Wat zijn de dingen waar je het meest naar uitkijkt dit jaar?
,,Naast het hier bovenstaande kijk ik toch wel vooral uit om weer naar Frankrijk af te reizen nadat ik mijn tweede vaccinatie binnen heb. Sylvie weer te zien en samen naar die eindeloze en rustige Médoc-stranden te gaan aan de Atlantische Oceaan en op Ile de Ré te fietsen, vogels te kijken, lekker te eten, etc.”
– Vind je dat mensen die zich laten vaccineren, voorrang hebben ten opzichte van mensen die zich niet laten vaccineren. Kun je een voorbeeld geven?
,,Het is belangrijk wat bedoeld wordt met voorrang. Voorrang, waar? In een ziekenhuis moet iedereen geholpen worden ongeacht hun mening of gewoonte. Er zijn duizenden gelovigen in Nederland die zich door hun religie niet willen verzekeren tegen ziektekosten omdat zij geloven in Gods plan, waardoor verzekeren dus niet relevant is, de zg. gemoedsbezwaarden. Toch zullen ook zij geholpen worden door artsen als ze bij ziekte ineens anders gaan denken. Maar moet een maatschappij als de KLM zich ook zo opstellen en de bewust niet-gevaccineerden toelaten op hun vluchten? En wat is de houding van het bestuur van onze vereniging ten opzichte van deze weigeraars? Zowel passagiers in vliegtuigen als leden op de club zullen, als ze gevaccineerd zijn, een grotere kans op besmetting niet toejuichen, ook al is de kans klein en de gevolgen wellicht te overzien.”
-Je speelt al heel lang en hebt dus veel ervaring, ook op blessuregebied. Welke tip kun je de leden meegeven?
,,Sommige blessures gebeuren gewoon, zijn niet te voorkomen, maar er zijn ook blessures die dat wel zijn. Met name tegen armblessures kun je je wapenen. Toen ik met tennissen begon bij een club met gravelbanen in de jaren negentig en toen in april de banen weer open gingen begon ik direct weer, met als gevolg steevast een tenniselleboog eind april. Tot ik bij een tennis-indoortoernooi bij een kraam van een ziektekostenverzekeraar een elastieken rekband kreeg en daarbij ook uitleg hoe je daarmee oefeningen kunt doen ter preventie van armblessures. En ik weet nu zeker: het is vreselijk om daarmee oefeningen te doen maar het helpt geweldig om blessures te voorkomen.’’
(Dit is de laatste van een serie van 30 interviews met clubleden van TTV Hilversum die de laatste maanden op deze website aan het woord kwamen. Voor een volledig overzicht, zie het bericht dat eerder vandaag op deze site is verschenen).