Hilversum 25 is los

Vrijdag 15 februari 2013. Team Hilversum 25 was aan de beurt om wat zweet in de gymzaal van Over ‘t Net in Amersfoort achter te laten. Duco Lieste, Jan Hagen en ik stonden 6 punten voor op de rest van onze poule in de zesde klasse. We waren vast van plan om dat zo te houden of die voorsprong uit te bouwen.

Mijn beurt om te rijden, want op de weg van mijn huis naar Amersfoort vind je Duco’s résidence en Jan woont bij mij om de hoek. Nadat ik een kinderstoeltje had weggehaald stond ik even voor half acht bij Jan voor de deur. Hij stond al uit het raam te kijken en zat spoedig voorin. Wel zo fijn voor de auto achter ons, die net deed alsof hij er niet langs kon.

Onderweg naar Duco hadden we het over de komende wedstrijd, sleeën over Anna’s Hoeve en dat die berg zo was gekrompen. Het leek erop dat vroeger alles groter was.
De navigatie stuurde ons netjes naar Duco. Niet dat dat per se nodig was, want Duco woont om de hoek bij een vriend van mij, zo vertelde ik Jan. En inderdaad, voor we Duco’s straat inreden kon ik het huis van die vriend zo aanwijzen.
Welk nummer was het ook alweer? Nog 20 meter, zei de navigatie. Bij nummer 60, dat me bekend voorkwam, stapte ik maar even uit om te zien of er een blonde tafeltennisser van de bank zou opspringen. Hij bleek boven bezig te zijn om zijn spullen te pakken en vouwde zich even later achterin, op de plaats van het verwijderde kinderzitje. Gelukkig was het niet zo ver.
Duco bracht ons van de laatste statistieken op de hoogte en niet veel later bleek er voor de deur van de gymzaal genoeg plaats om te parkeren te zijn. Jan en Duco hadden niet al te lang geleden nog bij Over ‘t Net gespeeld en wisten de bar bovenaan de trap makkelijk te vinden. De koffie werd ons daar ingeschonken door een trainingsgenoot van ons, van wie ik helaas de naam even niet meer weet. Henk, dacht Jan. Het zou zo maar kunnen.
Door het raam tussen bar en gymzaal konden we onze tegenstander beneden al zien inspelen. Duco en Jan wisten al wat namen van ze, en van een andere speler dat die heel hoog opgooit als hij serveert. Dat dat soms afleidt, waardoor een return lastig kan zijn.
Tijd om ons om te kleden en ons voor te stellen aan Maryam, Henk en Klaas. Vriendelijke tegenstander. Duco zou beginnen, Jan speelde daarna en vervolgens was het mijn beurt. Duco en ik zouden gaan dubbelen. De scheidsrechter tosste en Duco kon aan de bak.

0-0, 0-1, 0-2, 0-3, 0-4, 0-5, 0-6, 0-7, 0-8, 0-9, 0-10, half elf klaar.
Vriendelijke tegenstander. Maar niet zo goed als wij. We dronken boven nog een colaatje, biertje, borreltje-cola en er verschenen 2 zakjes Tijgernoten op tafel, want de bar van Over ‘t Net mist een frituur voor een teamschotel. Nou ja, doen we die wel als ze over een paar weken bij ons komen.

Henk bleek op militaire leest geschoeide politieman in Bunschoten, Baarn en daaromheen te zijn geweest en vertelde honderduit over dingen uit de tijd waarin alles groter was. Klaas werkte in de thuiszorg in onze hoofdstad, en Maryam was al snel naar huis gegaan vanwege haar man die in de lappenmand zat. (Beterschap!)
De barrekening viel nogal mee, helemaal voor Duco, mij en de inmiddels ter aanmoediging binnengekomen vriendin van Duco, want Jan merkte dat tegenwoordig in elk geval de barrekening kleiner is. (Dat was vroeger, oftewel vorige week vrijdag, thuis wel anders…)

Duco reed mee terug met zijn vriendin, nadat hij was teruggelopen voor zijn vergeten schoenen, en Jan stapte weer naast mij in.
Onderweg werd ik nog verrast door een berichtje op mijn navigatie. Duco. “Gefeliciteerd nog met de overwinning, en vergeet je niet dat je had gezegd dat jij een verslag zou schrijven als je er drie zou winnen?” Ik lachte erom en liet het bericht aan Jan zien.
“Tot maandag!” zeiden we allebei, voor Jan’s deur.
Met een tevreden gevoel kwamen we allemaal thuis aan. Dinsdag wacht ons de nummer 2, SVO uit Vleuten, op wie we inmiddels 7 punten zijn uitgelopen. Als we niet met 9-1 of 10-0 verliezen, gaan we als nummer 1 de krokusstop in. Geen slecht vooruitzicht! Laten we hopen dat onze punten in de nabije toekomst niet kleiner worden.

Door Simon Klees