Gedreven, geestig, en ad-rem. Duco Bruns was tientallen jaren een vertrouwde en geliefde verschijning in tafeltenniszalen. Gisteren overleed hij op 58-jarige leeftijd in zijn woonplaats Amsterdam.
Duco maakte kennis met de tafeltennissport in de jaren zeventig bij Quick’32. Het rebelse, tegendraadse karakter van menig pingponger die hij daar ontmoette, beviel hem wel. Hij raakte al snel verknocht aan het spelletje. Op tafeltennisgebied was hij een autodidact. Veel tegenstanders wisten zich geen raad met zijn onorthodoxe, verdedigende spel. Duco genoot wanneer tegenstanders zijn vileine kapballen onderin het net sloegen. Wie hem goed observeerde, ontwaarde een kortstondig moment van euforie: een triomfantelijke blik in zijn ogen.
Ondanks een kort landelijk avontuur in een jeugdteam van VEV was Duco op tafeltennisgebied een laatbloeier. Als vergevorderde veertiger schopte hij het tot de 3e divisie. En maakte daarin gevestigde namen het leven zuur. Zo hield hij in het najaar 2007 onder andere Gamal de Groot, René Arbon en Raymond van Putten onder zich op de landelijke percentagelijst. Complimenten alom voor zijn strijdlust en doorzettingsvermogen.
Behalve van tafeltennis hield Duco ook van schaken, snooker, voetbal en tennis. En bij al deze disciplines was hij niet alleen gefascineerd door het spel zelf, maar verdiepte hij zich ook in de topsporter als persoon.
Nieuwsgierig als hij was en begiftigd met een mooi pennetje werkte hij lange tijd in de journalistiek, aanvankelijk als verslaggever van Story en andere tijdschriften, daarna vele jaren bij de NOS (op de redactie van Teletekst). Verhalen schrijven en vertellen kon hij als de beste en Duco had een onstilbare honger om kennis te vergaren. Oost-Europa (met name Rusland) en de geschiedenis van het jodendom hadden zijn bijzondere aandacht. Hij verslond boeken, leerde Russisch en reisde door heel Europa. Toen hij bij de NOS op dood spoor belandde, besloot hij de overstap te maken naar het onderwijs. Hij doceerde onder andere Nederlands en geschiedenis en schreef leerboeken.
Volgens zijn vrienden was Duco een ‘wandelende encyclopedie’. Wie meende hem op een foutje te kunnen betrappen, werd steevast met z’n neus op de feiten gedrukt. Zo bezocht hij met vrienden een voormalige kolenmijn in het Ruhrgebied. Halverwege de kilometerslange, ondergrondse tocht door het mijnenstelstel maakte Duco plotseling pas op de plaats en riep: ’Jongens, even voor de duidelijkheid, dit is allemaal nep!’ Zijn vrienden reageerden vol ongeloof. Dachten dat Duco een grapje maakte. Dat gebeurde wel vaker, dat je niet wist of hij het meende of niet. Maar zoals altijd had Duco het bij het rechte eind. De mijn bleek tot in het kleinste detail nagebouwd. Duco had het allemaal al gelezen en wist precies hoe de vork aan de steel zat.
Tweeënhalf jaar geleden kwam, als een donderslag bij heldere hemel, de onheilstijding: er was bij hem darmkanker geconstateerd. Aanvankelijk was er de hoop dat het allemaal goed zou komen. Maar na een aantal onderzoeken gaven de doktoren aan dat de slopende ziekte niet meer te genezen was. Duco ging niet bij de pakken neerzitten en heeft na de vaststelling van zijn ziekte nog meer gereisd dan hij al deed. De manier waarop hij met zijn ziekte omging, dwingt bewondering af. Duco bleef zoals hij was: scherp, humorvol en vol overgave voor zijn gezin.
Wij wensen Marina, Tessel, Jasper en Maas veel sterkte toe bij het verwerken van het verlies.
Op vrijdag 8 juni is er tussen 18.30-19.15 uur gelegenheid om afscheid te nemen van Duco in Uitvaartcentrum Watergraafsmeer, Zaaiersweg 2, Amsterdam. De afscheidsplechtigheid vindt plaats op zaterdag 9 juni om 12.45 uur in de aula van de Nieuwe Ooster, Kruislaan 162, Amsterdam.
Duco in 2007 in Istanbul, als ‘reisleider’ met zijn vrienden.